Postduif

Prr, prrr. De vrouw van mijn vader (ze wil niet dat ik haar stiefmoeder noem) sms’t. Of ik iets wist van het vliegverkeer naar Europa de komende dagen. Nou, eigenlijk niet. Ik keek omhoog en zag de rust en de ruimte van onze hemelkoepel. Nergens zo’n blikken ding en ook geen witte strepen meer. Krasvrij blauw, eindelijk leegte.

Mijn vader leidt samen met zijn vrouw een 10-daagse rondreis door het Beloofde Land. Onder de vlag van christenen voor Israël worden er een aantal historische plaatsen aangedaan. Dode zee, Jeruzalem, meer van Tiberias en Bethlehem of Beit Lahem. Tijdens de voorbereidingen van de reis heb ik gevraagd of ik meemocht. Langzaam maar zeker werd ik namelijk nieuwsgierig naar het fenomeen ‘georganiseerde groepsreis’.

Mijn vader mailde mij toen dat hij me te jong vond voor de doelgroep (55+) en bovendien: ‘Zing jij uit volle borst psalm 126 mee in de bus?’ Ik antwoordde dat als er een liturgie zou worden uitgedeeld, ik uiteraard bereid was mij aan te passen, uit volle borst. Maar ik mocht niet mee.

Een aantal maanden voor het vertrek brak mijn vader zijn enkel. Pech. Hoewel zijn gebroken enkel redelijk herstelde, kreeg hij daarna ook last van zijn andere voet. Overbelast. Maar de reis moest doorgaan. Lopen als een kievit is een Hollands gezegde, geen Joodse wijsheid.

Met twee moeilijke voeten en een stok heeft mijn vader afgelopen week een karavaan van halfbejaarden door het Heilige Land gegidst. Wat had ik graag achter hem aangelopen om dit te mogen zien. Mijn vader met baard en stok, strompelend als een gewonde soldaat over de Via Dolorosa. Zijn tweede vrouw, ik en de gelovigen achter hem aan.

Prr, prrr. Ik lig op het museumplein, mijn moeder sms’t. Ze had van mijn oom gehoord dat papa eigenlijk vandaag zou terug vliegen, maar nu voor onbepaalde tijd gedwongen is te blijven. Pas als de aswolk is weggetrokken gaan ze terug. Ze zitten in een ‘prima’ hotel in Netanya en maken het goed.

De tam-tam doet zijn werk. Ik zie lucht en voel lucht. Nog steeds geen vliegtuigen. Onder het strakblauw en zonnegeel lig ik in een groene, zoete sluimer. Ik droom over een witte postduif. Zijn vleugels zijn afgeknipt, maar de duif kent nog steeds de weg terug, verlangt ernaar. Eens komt die dag.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *