Binck en ik

Toen ik nog geen rijbewijs had, droomde ik vaak dat ik een berghelling af reed en in het ravijn stortte. Opvallend genoeg verdween die droom toen ik zelf begon met autorijden: de werkelijkheid had de droom verdrongen. Dat is gek want meestal droom je over dingen die je in werkelijkheid verdringt.

Sinds ik actief ben op de beurs, droom ik weer van het ravijn. Ik zit in een klein, open karretje zonder stuur of remmen dat wordt voortbewogen op een soort achtbaan. Langzaam ga ik trillend en piepend omhoog en dan vanaf het hoogste punt, uitkijkend op de navel der gansche schepping, zoef ik naar beneden: snel, spannend, steeds sneller, eng, niet te stoppen, doodsangst. Wakker.

Als je je voor het eerst aanmeldt bij een onlinebroker als Alex of Binck – zelfbeleggen is duidelijk iets voor kloeke bonken, mannen  van stavast – krijg je een welkomstvragenlijst te verstouwen. Maatregelen om goklustige gelukszoekers, de gemiddelde belegger, tegen zichzelf te beschermen. Vragen als: ‘U verliest in een jaar meer dan 45% van uw inleg, hoe gaat u daarmee om?’ Je mag dan kiezen uit ‘Dit is voor mij totaal onacceptabel, dit mag nooit meer gebeuren,’ of ‘Ik lig er niet wakker van.’

Ik antwoordde steeds dat ik door zou slapen, 5%, 10%, 45% verlies, wat er ook zou gebeuren. Op dat moment had ik nog makkelijk praten. Mijn financiële buffer, eigenlijk bestemd voor de Belastingdienst, sliep nog als een roos in de veilige armen van vadertje Rabobank.

Uiteindelijk bepaalt Binck aan de hand van die vragen je beleggersprofiel. Dat van mij: ‘extreem speculatief’. Niet hoe ik mezelf zou omschrijven, ik ben niet zo’n bink.

Na een reeks van die what if-vragen, word je aangeboden een rijbewijs te halen. Een financieel rijbewijs. Ik bekeek even snel de vragen: allemaal economische zaken, nog best lastig als je geen zin hebt om de antwoorden bij elkaar te googelen.

Ik besloot het financieel rijbewijs op de lange baan te schuiven, dat had ik met mijn autorijbewijs immers ook gedaan. Bovendien had ik bij Binck aangeklopt om snel en grof geld te verdienen, niet om econoom te worden.

Gelukkig is een dergelijk financieel rijbewijs niet verplicht voor een ritje op de beurs. Sterker nog: hoe meer onervaren coureurs de bocht uit vliegen, des te rijker worden de organisatoren van de race. Economische kennis zou het timen alleen maar in de weg zitten. Want dat wist ik al wel: de beurs draait om timing, je moet op het juiste moment in- en uitvoegen.

Ik mocht aan de slag. Ik kocht enkele aandelen Ahold – crisis of geen crisis, iedereen moet vreten toch?  – , wat ING – het hoofdkantoor zit bij mij om de hoek; als ze het verprutsen weet ik ze te vinden – en een paar stuks Google – Google Glass moet en zal  een gigahype worden, als we de trend-, tech- en beurswatchers moeten geloven. Allemaal weldoordachte, fundamentele keuzes dus.

Vervolgens liet ik mijn aandelen rustig gaar sudderen op één van de servers van Binck. Na een paar maanden werd ik nieuwsgierig. Ik keek op mijn telefoon: Google +13%. En zo’n aandeel was al niet goedkoop. Kennelijk had ik goed ingevoegd: ineens had ik driehonderd dollar op de beurs verdiend.

Meteen verpatst die handel en mijn broer gebeld om op de beurs te proosten. Diezelfde avond dronken we speciaalbieren op kosten van… Tsja, op kosten van wie eigenlijk? Na een aantal Natten en Zattes was die vraag niet meer relevant.[2] We bezongen de beurs en het luie, snelle geld, tot in de Febo aan toe.

De volgende ochtend nam ik met mijn terug verworven liquiditeiten opnieuw een longpositie in. Ditmaal belegde ik in aandelen Heineken NV. Het leek me verstandig om mijn beleggingsavontuur iets dichter bij huis te zoeken. Als je belegt in Heineken heb je toch het gevoel dat je zelf nog enige invloed op de koers hebt.

Prompt een week later kelderde het aandeel. De toegenomen inflatie van de Indiase roepie en de lager afgezette biervolumes in Afrika, want dat waren volgens de analisten de grootste oorzaken voor de koersdaling, hadden mijn weekendlijkse pilsje een bittere nasmaak bezorgd.

Toen de kater wat was weggezakt, voelde het verlies van Heineken zo slecht nog niet. In de grond (sommige schrijvers zouden nu au fond schrijven) voelde het beter dan de winst van Google. Aardser. Nuchterder. Alsof ik pas echt mijn verdiende loon kreeg toen mijn loon weer van me werd afgenomen. Dat gefreewheel op de beurs was natuurlijk vragen om een fikse correctie.

Nog steeds stel ik mezelf dezelfde vraag, na elke ritje, als ik heb gedroomd of klaar wakker ben: als thuiskomen zo vertrouwd voelt, waarom wil ik dan steeds weer weg?

 

[2] Speciaalbieren van de Amsterdamse Brouwerij ‘t Ij.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *