Week 34: zwangerschapsyoga

Traag trokken we onze schoenen uit in de kleedruimte. De yogajuf van YogaYoga kwetterde vanuit het halletje: ‘We zijn met weinig vanochtend, vier stellen. Het zal wel met het weer te maken hebben. Niet erg, dan hebben we wat meer ruimte. Elk paar een eigen muur.’

Een lange, kaalgeschoren man, gehuld in een zwarte net iets te korte yogabroek, keek op van zijn veterwerk en grijnsde samenzweerderig mijn kant op. Als een spiegel nam ik zijn smile over, terwijl ik me bewust had voorgenomen niet te heulen met andere aanstaande vaders, al helemaal niet door middel van dit soort schuine mannenhumor. Kennelijk woog mijn onbewuste drang sociaal wenselijk gedrag te vertonen zwaarder dan mijn voornemen.

Zaterdagochtend, in een kaal zaaltje bijeengekomen voor de partnersessie van de zwangerschapschapsyoga. Wij mannen zouden gaan leren hoe we onze hardbroedende vrouw straks kunnen bijstaan tijdens zoiets oerknallerigs als een bevalling.

Nadat elk stel heel erg ‘samen’ haar mat, skippybal en krukje had gepakt, gingen we in een kring om de yogajuf zitten. Ze opende de sessie met het verzoek of de partners zich wilden voorstellen. Leeftijd, werk en hobby’s deden er niet toe, wat hier telde was de uitgerekende datum en eventuele ervaringen met bevallingen.

De rondgang bleef hangen bij een corpsballerig type dat duidelijk geen gevoel had voor de ernst van de situatie. Alsof hij nog steeds in de kroeg stond, bralde hij dat hij aan zijn coschappen een tamelijk verwrongen beeld van bevallingen had overgehouden.

‘Je onthoudt toch de excessen. Er was een paar dat een complete breedbeeld-tv inclusief dvd’s en Playstation had meegenomen; een ander stel rolde hysterisch puffend op twee skippyballen rond een ziekenhuisbed en drukte mij een bevallingsplan van drie pagina’s in mijn handen. Of wij, uitvoerend medisch personeel, dat even wilden bestuderen. Waar ik nog wel eens van droom is een vrouw die haar man zo erg uitschold dat de gehele medische staf, toch wel wat gewend zou je zeggen, zich werkelijk helemaal kapot schaamde.’

‘Dat kan gebeuren ja,’ onderbrak de yogajuf. ‘Het schelden kan een gevolg zijn van de adrenaline die vrijkomt tijdens de bevalling. Dan word je heel alert, maar het maakt je ook ongeremd en soms zelfs agressief.’

‘Hormonen,’ pufte de aanstaande vader die rechts van mij zat.

De arts vervolgde, zichtbaar in zijn element: ‘Diezelfde vrouw wilde op een gegeven moment met een schaar gaan gooien, luid krijsend dat dit allemaal de schuld van haar man was. Toen hebben we haar maar iets kalmerends gegeven.’

‘Hoe kan je je hierop voorbereiden?’ vroeg de man op rechts die nu echt bezorgd keek.

‘Je kunt een helm meenemen,’ grapte de lange kale tegenover mij.

Iedereen lachte.

Twee vrouwen hielden daarbij angstvallig hun buik vast. Nu pas realiseerde ik me dat de vrouwen nog niets gezegd hadden. Slechts de mannen hadden gesproken, nietszeggend in hun liederlijk onbesef van de lichamelijke magie.

‘Goed, dankjulliewel. Laten we aarden nu. We gaan verschillende posities oefenen waarbij je als partner kunt helpen om de weeën op te vangen.’

Eindelijk werd er gevoeld, gewreven, gedrukt en ondersteund, nogmaals gewreven, omhoog gehouden en geleund. Mijn vriendin sprak functioneel, het net noodzakelijke:

‘Iets steviger drukken,

meer naar achteren,

niet zo in mijn oor hijgen

als ik tegen je aanleun.’

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *