Peilingen

Wat mij betreft was het heerlijk weer vandaag. Ik houd wel van dat warme, vochtige en benauwde. Zalig zijn de douchebuien die op de straten kletteren en stiekeme stroompjes, kolkende beekjes en klotsende  waterwielen doen ontstaan.

Men danst over straat. Met een krant boven zijn hoofd rent een man zonder jas naar de luifel van een sigarenwinkel. Hij schuilt even en gaat dan naar binnen. Hoewel hij al een staatslot heeft, koopt hij er nog maar één. Een jonge vrouw tilt haar benen op terwijl ze door een reusachtige plas fietst. Taxi’s pesten toeristen op de stoep door hen flink te splashen. Een jongen met een druipende baard – baarden zijn in – huppelt over een plas om een café in te duiken. Felgekleurde poncho’s schieten voorbij. Ik rook, mijn sigaret heeft vochtplekken, het papier knispert.

Na tien minuten schuilen kan ik mezelf niet meer bedwingen. Ik stap op de fiets om deel uit te maken van deze collectieve natte ervaring.

Ik zet mijn fiets neer tegen het raam van mijn favoriete Thai.

Het anders zo drukke restaurant is helemaal leeg.

‘Heb je regen meegenomen?’ vraagt de altijd vriendelijke en prachtig geklede bazin.

‘Sorry, ze wilde niet thuisblijven,’ antwoord ik, mezelf als quasi grappig observerend.

‘Lekker rustig,’ zeg ik.

‘Ja iedereen is stemmen en verkiezingen kijken natuurlijk, dan gaat men niet uiteten. Veel mensen komen ophalen.’

En ik maar denken dat het de regen was.

Als ik vraag waarop ze gestemd heeft antwoordt de Thaise dat ze haar paspoort niet meehad. Nu moet ze werken en is er geen gelegenheid tot burgerplichtsvervulling meer. Ze zou op Rutte hebben gestemd. ‘Is goed voor zakenmensen,’ zegt ze.

De kroepoek smaakt me, terwijl ik wacht op nr. 74. In mijn hoofd barst een vooroordeel.

De vriendelijkheid en beleefdheid van de Thaise bediening van dit restaurant had ik altijd geassocieerd met boeddhisme. Boeddhisme associeer ik dan weer met sociale, goedopgeleide en weldenkende mensen die zorgvuldig omgaan met mens en milieu en daarom Groen Links of PvdA stemmen.

Deze mevrouw niet.

‘Misschien had ik wel op Wilders gestemd. Vind ik gekke man,’ zegt ze, terwijl ze een kuifgebaar boven haar hoofd maakt en me schalks aankijkt. Alsof ze zich even een gekke man waant.

‘Gekke man is leuk voor politiek, maakt de mensen aan het lachen.’

Ik ben het met haar eens: Wilders is een clown.

74 is klaar.

Thuis wacht de onderbuurman voor ons huis. Net uit zijn werk, met zijn lichtgrijze, glimmende maatpak nog aan, wacht hij tot zijn hele gezin – vijf blondhoofdige bloedjes van schatjes, goed voor tweeëneenhalve bakfiets  – naar buiten komt om af te reizen naar het stemlokaal op de hoek.

Ik vraag waarop hij gaat stemmen. Hoewel ik nu gewaarschuwd ben, lukt het niet om een opkomend vooroordeel te onderdrukken. ‘Rutte zeker,’ voeg ik er aan toe.

‘Mijn vrouw en ik vormen samen de coalitie die dit land nodig heeft,’ zegt de onderbuurman plechtig. Ik denk aan Balkenende en voel mijn honger omslaan naar een weeïge misselijkheid. Naar ik vrees wil hij zeggen dat zij CDA stemt en hij VVD.

En ja hoor, verdomd, als het niet waar is, de onderbuurman bevestigt mijn peiling. ‘Maar vroeger stemde ik wel eens D66 hoor,’ zegt hij, ineens een stuk zachter. Zag ik nu een knipoog of fantaseerde ik die erbij? Is dit een handreiking, wil onderbuurman een kloof overbruggen? Of wek ik de indruk dat ik op die opportunistische democratie-fundamentalisten met paljasserige lijsstrekker zou stemmen?

Als ik eenmaal boven de TV aanzet, doemt het grote kale hoofd van Frits Wester op. Zijn basso continuo vult de kamer: ‘De opkomst is lager dan tijdens de vorige verkiezingen, waarschijnlijk komt dit door het slechte weer. ‘

Wat nou slecht weer? Het weer was en is zalig. Zonder dit weer was de opkomst veel beroerder geweest  –  iedereen was lekker uiteten gegaan.

(voorlopige prognose 31/31)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *